Wat houdt je functie als Junior Kaastechnoloog in?
‘Ik houd mij bezig met de verschillende kaasrecepturen. In onze kaasmakerij zijn er zo’n 60 recepten, denk bijvoorbeeld aan Goudse kaas en Edammer kaas. Binnen deze soorten kaas bestaan dan weer diverse varianten, dit is onder andere afhankelijk van welke melk wordt toegepast in welk recept, omdat de melkveehouders die hun melk aan ons leveren dit doen in een bepaalde melkstroom. Als kaastechnoloog houd je het overzicht, ben je continu bezig met receptsturing en breng je zaken als procesverbetering en productverbetering in kaart met behulp van de productiedata uit de kaasmakerij.’
Hoe ervaar je de samenwerking met collega’s en leidinggevenden?
‘De samenwerking met collega’s is prettig. Zelf maak ik deel uit van een klein team, bestaande uit drie kaastechnologen, één keurmeester en één leidinggevende (hoofd kaastechnologie). Wekelijks neemt mijn leidinggevende deel aan het management team overleg waarbij alle afdelingen betrokken zijn; productie, planning, HR, QA (kwaliteit), SHE (veiligheid) en de technische dienst. Zelf heb ik als kaastechnoloog ook veel contact met collega’s van deze verschillende afdelingen. Het contact laat zich het beste omschrijven als laagdrempelig. Je kunt makkelijk vragen stellen, er hangt een open werksfeer en dat maakt de samenwerking heel leuk. Ons team organiseert wekelijks een kaaskeuring, waarbij ook collega’s van andere afdelingen aanwezig zijn, zoals QA en finance. Hiervoor nodigen we graag collega’s van kantoor uit, om de groep zo divers mogelijk te houden. Het organiseren van deze kaaskeuringen is erg leuk om te doen en geeft inzicht in onze producten.’
Wat maakt jou trots om bij dit bedrijf te werken?
‘Als ik ’s morgens naar mijn werk rijd, vanaf de snelweg de kaasmakerij zie liggen en achter een melkauto (RMO) aan het terrein op mag rijden, ben ik blij dat ik daar onderdeel van uit mag maken. Het is een moderne fabriek met een mooie werkomgeving. We werken hier als collega’s met elkaar van begin tot eind toe naar een mooi product. En wie heeft er geen affiniteit met dit product?’